Kenmerken & Beschrijving
De zwarte roodstaart, waarvan de Latijnse naam Phoenicurus ochruros is, is een kleine, slanke, insectenetende vogel van de ratelstaartfamilie.
Het verenkleed van het mannetje verschilt sterk van dat van het vrouwtje: het heeft een zwart masker en een zwarte borst die donkergrijs wordt onder de buik, met een vuilgrijze bovenkant van de kop.
De staart is baksteenkleurig, duidelijk zichtbaar bij het opstijgen of landen en vaak verlengd.
Vrouwtjes en eerstejaars jongen hebben een bruingrijze rug.
Een witte vlek is duidelijk zichtbaar op de vleugels van het mannetje, vooral wanneer hij landt.
Habitat (Biotoop)
De zwarte roodstaart is een vogel die houdt van rotsachtige berggebieden, hellingen met dicht struikgewas en, op lagere hoogten, gebouwen in steden en dorpen die als rotswanden fungeren.
Hij is vaak te zien op het meer, neergestreken op het dak van een gebouw of midden in de infrastructuur.
Gedrag & gewoonten
De zwarte roodstaart is gemakkelijk te spotten omdat het een vrij schuwe vogel is die zingt als hij in het zicht is en zich niet probeert te verstoppen.
In steden en landelijke dorpen is hij in de lente vaak aanwezig en zijn zang overstemt soms het omgevingslawaai.
Vanaf zijn zitstok overziet hij de omringende grond om zijn prooi te vinden, die hij in volle vlucht aanvalt. Op de grond huppelt hij rond.
Voortplanting en onvolwassen
De zwarte roodstaart is een half-cavernevogel. Hij bouwt zijn nest in gebouwen, beschut onder een dak, in een hoek van een kozijn of op een balk.
Het vrouwtje legt 4 tot 6 eieren, die na 15 dagen uitkomen.
De jongen blijven 15 dagen tot 3 weken bij de ouders om gevoed te worden.
Roep of Stem
De zwarte roodstaart geeft een zuivere, vrij scherpe fluit, “vist”, die vaak ongeduldig herhaald wordt.
Wanneer hij gealarmeerd wordt, voegt hij een discrete “vist-tk-tk-tk” klik toe.
Zijn zang is sonoor en wordt uitgezonden vanaf de top van een gebouw of vanaf een baars; het lijkt op het geluid van gebroken glas, onderbroken door korte fluitjes “sisruï-till-ill-ill… (krrrrchhh) sruïsvisvi”.