Kenmerken & Beschrijving
De zeearend, naar de Latijnse naam “Haliaeetus albicilla”, is een zeer grote roofvogel met lange, brede vleugels. Met een spanwijdte tot 2,40 meter is hij van veraf te herkennen aan zijn grootte en houding.
Volwassen vogels hebben een geelbruine kop, een opvallende gele snavel en een witte staart, soms met bruine vlekken aan de punt.
Jonge vogels hebben grijze en zwarte snavels en donkere koppen, dezelfde donkerbruine kleur als de rest van hun verenkleed. De staart is langer dan die van de volwassen dieren, maar heeft afwisselend een zwart en een wit hart.
Van voren gezien is het silhouet van de arend vrij vlak, maar met zijn “geroeide” vlucht en lange reeks kalmen wordt zijn traject typisch gewijzigd door plotselinge, lichte stijgingen en dalingen.
Habitat (Biotoop)
De Zeearend is een vogel die meestal leeft in de buurt van kusten en grote meren, waar zijn voedsel voornamelijk bestaat uit vis en watervogels, aas en visafval. Hij komt voornamelijk voor in Noorwegen, waar hij plaatselijk algemeen is, en in Polen tijdens de trek, met een paar steeds frequentere winterinvallen in Frankrijk.
Gedrag & gewoonten
De zeearend is een groot roofdier. Zijn aanwezigheid is vaak te zien aan de massale vlucht van kleine watervogels zoals wintertaling of meerkoet, die hij zonder aarzelen aanvalt om zich te voeden.
Andere vogels, zoals aasgieren, visdieven en kokmeeuwen, pesten hem liever om hem uit hun gebied te verjagen.
Het is een geduldige jager die zijn prooi achtervolgt tot deze uitgeput is, erop valt en hem met zijn krachtige klauwen grijpt. Hij zal niet aarzelen om zijn prooi naar de kust te slepen als hij er niet mee weg kan vliegen.
Voortplanting en onvolwassen
De zeearend is pas geslachtsrijp als hij 5 jaar oud is. Paren paraderen in grote zweefvluchten van meer dan 200 meter hoog.
Het zeer grote nest wordt boven in een boom gebouwd en wordt vaak hergebruikt als het paar niet wordt gestoord.
Een eerste broedgeval vond plaats in 2019 in Lac du Der, en de enige jonge vogel bleef de hele winter bij zijn ouders in het nest.
Het legsel bevat tussen 3 en 5 eieren, die ongeveer 45 dagen nodig hebben om uit te broeden.
De jongen vliegen na 2,5 maand uit en leren jagen door hun ouders te observeren.
Roep of Stem
De Zeearend is meestal stil buiten de nestperiode. Zijn roep, vooral in de buurt van het nest, is een reeks hoge kreten die enigszins doen denken aan de territoriale roep van de zwarte specht.
Het mannetje roept op hogere toon “kli-kli-kli-kli…”. Een alarmroep, dieper en ruwer, wordt soms langzaam herhaald.