Kenmerken & Beschrijving
De Noordse eend, met de Latijnse naam Clangula hyemalis, is een kleine bruine, zwart-witte eend met een spanwijdte van 82 cm.
Deze eend is herkenbaar aan de lange staartspits (zoals bij de pijlstaart) en verandert van kleur afhankelijk van het seizoen, waarbij de kop en nek in de winter van zwart naar wit verkleuren en de rug van bruin naar grijs.
De snavel heeft een vleeskleurig gedeelte.
Habitat (Biotoop)
De borealeend is een noordelijke vogel die houdt van de vijvers en moerassen van de Arctische toendra, maar ook van de kusten en waterplassen in de bergen.
Zijn wintertrek brengt hem naar meren en lagunes.
Gedrag & gewoonten
De Noordse eend heeft een kudde-instinct dat ertoe kan leiden dat hij zich met duizenden andere eenden verzamelt.
Hij overwintert op zee in grote groepen en is een zeer rusteloze en actieve vogel, die gemakkelijk opstijgt en vliegt voor korte achtervolgingen op waterhoogte, waarbij hij al spetterend landt.
Als duikeend brengt hij graag tijd onder water door op zoek naar schaaldieren, kleine vissen en insecten.
Voortplanting en onvolwassen
De Boreale Harelda bekleedt een kleine holte met gras om er tussen de 4 en 9 eieren te leggen.
Het broeden duurt ongeveer 25 dagen.
De eendjes verlaten het nest zodra ze geboren zijn en kunnen na 40 dagen vliegen.
Roep of Stem
De mannetjes van de Borealeend laten een karakteristieke luide, jodelende en nasale roep horen, zowel op parade als tijdens de trek.
In groepen produceert deze eend muzikale koren die doen denken aan doedelzakken in de verte. Sommige nasale, lage “gak” onderbreken kortere, klagende “a-glèh-ah” versies.