Kenmerken & Beschrijving
De brilduiker, naar de Latijnse naam “Bucephala clangula”, is een middelgrote duikeend die herkenbaar is aan zijn vrij grote, bijna driehoekige kop.
Met een spanwijdte van 77 cm brengt deze van oorsprong Noord-Europese eend de winter door op het meer.
De snavel is vrij klein en driehoekig, met een opvallende witte vlek net achter de snavel.
Mannetjes hebben een zwart-witte rug en een witte buik en nek.
Vrouwtjes hebben een grijs verenkleed en een bruine kop, met een gelige vlek op de punt van de snavel.
Habitat (Biotoop)
De wielewaal geeft de voorkeur aan heldere bosmeren en vijvers, langzaam stromende rivieren en kleine archipels.
In de winter wordt hij het vaakst gezien in het noordelijke deel van het meer.
Gedrag & gewoonten
De brilduiker is een duikeend die zich voedt met kleine vissen, weekdieren, schaaldieren en waterinsecten.
Tijdens de vlucht slaan zijn vleugels snel, de nek gestrekt over een gedrongen silhouet. Hij scheert met hoge snelheid over het water en is erg schuw.
Hij vliegt vaak paarsgewijs of in kleine groepen met andere exemplaren van zijn soort.
Voortplanting en onvolwassen
Smellekens broeden in Noord-Europa.
Hun nesten bevinden zich voornamelijk in holtes of boomstammen die door spechten zijn uitgegraven.
Het vrouwtje legt tussen de 6 en 11 eieren, die 30 dagen nodig hebben om uit te broeden.
De eendenkuikens verlaten het nest zodra ze geboren zijn, maar vliegen pas uit als ze 45 dagen oud zijn.
Roep of Stem
Mannelijke brilduikers maken tijdens de parade een nasaal “biii-biiiitch”, vergezeld van piepende, droge geluiden.
Vrouwtjes maken een luid “brra… bra… bra…”
Tijdens de vlucht hoor je een licht gefluit dat op een belletje lijkt.