GoosanderGoosander
©Goosander|Pixabay

Goosander Sperwer

Met hun donkergroene en witte patronen reizen de mannetjes in grote groepen in de herfst wanneer ze aan het vissen zijn.

Alles over Goosander

Kenmerken & Beschrijving

De grote zaagbek, van de Latijnse naam “Mergus merganser”, is een vrij grote duikeend met een spanwijdte van ongeveer 94 cm.

Hij is te herkennen aan zijn lange, dunne, gehaakte snavel. Zijn onderscheidende kenmerk is dat hij getande randen heeft om hem te helpen vis te vangen, zijn belangrijkste voedsel.

Het mannetje heeft een groene kop met een oranje snavel, witte flanken en een zwarte rug.

Het vrouwtje heeft een roodbruine kop met daarop een meer verfomfaaide hop dan het mannetje (die hem meestal bedekt) en een grijsachtig lichaam.

Tijdens de vlucht kunnen de spitse vleugels heel snel slaan en kan de vogel bijna 70 km/u vliegen.

Habitat (Biotoop)

De grote zaagbek is een rivier- en meervogel. Hij houdt van het diepe, rustige water van beboste gebieden met veel vis.

In beboste gebieden vind je boomstammen waar hij in holtes nestelt.

Gedrag & gewoonten

De grote zaagbek is een duikvogel die lange apneus kan maken (tussen 20 en 30 seconden) op een diepte tot 10 meter.

In de winter kan hij in grote groepen op het meer worden waargenomen, een vogel met een kuddeinstinct in de winter.

Voortplanting en onvolwassen

De grote zaagbek bouwt zijn nest in de holte van een boom of in een hol.

Het vrouwtje legt tussen de 8 en 12 eieren, die 30 dagen worden bebroed.

De eendjes verlaten het nest onmiddellijk na de geboorte en worden enkele weken op de rug van de moeder gedragen.

Ze zijn klaar om te vliegen als ze 60 dagen oud zijn.

Roep of Stem

De mannetjes van de grote zaagbek roepen tijdens het baltsgedrag een laag kirrend geluid, aangenaam en gedempt, maar het wordt vrij ver gedragen in de vorm van “krrou-kroo”.

Vrouwtjes laten een soort hees gekwaak horen van “pra, pra-pra…” tijdens het baltsgedrag.

Tijdens het vliegen wordt de snelle vleugelslag onderbroken door “prrah, prrah…” in de vorm van een gekwaak.

Sluiten