Kenmerken & Beschrijving
De Europese kraanvogel, van de Latijnse naam “Grus grus”, is een grote trekkende steltloper met een spanwijdte tot 2,30 meter, een hoogte van 1,20 meter en een gewicht tussen de 4 en 7 kg.
Hij heeft lange poten die eindigen in 3 vingers en een lange nek. Volwassen dieren worden gekenmerkt door een rode kap op de bovenkant van de kop, een veerloos gebied dat sterk doorbloed is. De kop is zwart en wit over een groot deel van de nek, met een gele snavel.
Jonge vogels zijn grijsbruin, met een roodbruine kop.
De vleugeltipveren (remiges) zijn zwart en als de Europese kraanvogel in rust is, zijn ze naar achteren gevouwen om een pseudostaartpluim te vormen.
Habitat (Biotoop)
De Europese kraanvogel broedt op vochtige heidevelden en ondiepe zoetwatermoerassen, maar ook in moerassige bossen. Hij komt vooral voor in de veengebieden van Scandinavië.
Hij overwintert op het platteland, in de buurt van meren en moerassen, of verder weg in gecultiveerde gebieden.
Gedrag & gewoonten
Europese kraanvogels leven in grote groepen van enkele duizenden individuen tijdens de migratiefase. Op Lac du Der werden op de ochtend van 3 november 2019 tot 270.000 Europese kraanvogels geteld, een all-time record! Vliegend in een V- of Y-vorm verzamelt deze grote migrant zich in de omliggende velden om zich te voeden met wortels en zaden.
Europese kraanvogels zijn actief bij zonsopgang, met spectaculaire groepsbewegingen bij zonsopgang. Ze blijven in de velden tot de schemering. Dan keren ze terug naar het midden van het meer (slaapgebied), nog steeds roepend, en blijven ’s nachts in groepen. Tijdens het eten voeren ze een soort dans op, net als tijdens het paarseizoen.
De optochten beginnen in februari in de overwinteringsgebieden en bereiken hun hoogtepunt in maart. Europese kraanvogels lopen met snelle, korte passen, hun vleugels half open, en beschrijven cirkels op de grond. Ze buigen over elkaar heen, springen van links naar rechts terwijl ze een voorwerp op de grond vangen en het dan al springend in de lucht gooien.
De Europese kraanvogel is monogaam en het paar is voor het leven verenigd, tenzij een van de partners sterft of onvruchtbaar is.
Voortplanting en onvolwassen
De Europese kraanvogel bouwt een nest op de grond in het midden van wetlands om zichzelf te beschermen tegen roofdieren. Het nest is gemaakt van een platform van planten en takken en bevat een of twee eieren, die 4 weken worden bebroed.
De Gruons kunnen pas na 2 maanden vliegen en beginnen hun migratie in hun eerste jaar. Ze blijven de eerste winter bij hun ouders en soms zelfs een tweede winter.
Roep of Stem
De Europese kraanvogel maakt een luid trompetterend geluid en zijn krachtige roep is kilometers ver te horen. Het geroffel “krroou” of “karrr” hoor je meestal tijdens de vlucht. Op de grond, als ze aan het paraderen en elkaar aan het invectiveren zijn, trompetteren ze meerdere keren.
Jonge Gruons kunnen niet trompetteren en laten daarom een hoog gefluit horen, een soort eigenaardige “pyirp” tsjirp, die ze vooral in de vlucht maken.