Kenmerken & Beschrijving
De oeverloper, waarvan de Latijnse naam Actitis hypoleucos is, is een watervogel uit de familie der kalkachtigen.
Met een spanwijdte van 60 cm en een gewicht van 60 g is het een zomergast die voornamelijk in Afrika overwintert, maar het hele jaar door op het meer aanwezig is.
Hij is herkenbaar aan zijn vorm en gewoonten: hij is middelgroot en lijkt een beetje gehurkt met een korte nek en een lange staart.
Hij heeft bruine bovenvleugels en een witte buik. Een duidelijk witte “komma” steekt uit de schouder, waardoor hij gemakkelijk te herkennen is tussen de zeer grote verscheidenheid aan tureluurs.
Habitat (Biotoop)
De oeverloper komt voor op de grind- en kiezelbanken van meren en rivieren, waar veel vegetatie is.
Slikken en plassen zijn favoriete plekken.
Gedrag & gewoonten
De oeverloper knikt vaak met de achterkant van zijn lichaam als hij net geland is of na snelle bewegingen.
Hij vliegt dicht bij het oppervlak met een reeks nerveuze vleugelslagen, onderbroken door kleine pauzes wanneer de vleugels naar beneden gebogen zijn.
Het is een solitaire vogel.
Voortplanting en onvolwassen
De oeverloper vestigt een territorium langs de waterkant dat hij fel verdedigt.
Het nest wordt op de grond gebouwd, in de vegetatie, en kan tot 5 eieren bevatten.
Na een broedtijd van 25 dagen volgen de jongen hun ouders gedurende 3 weken voordat ze onafhankelijk worden voor de trek.
Roep of Stem
De oeverloper is een spraakzame vogel die snelle, heldere en zeer sonore fluitjes laat horen die een beetje klinken als ‘hii-dii-dii-dii-dii’.
Tijdens het broedseizoen zingt hij ’s nachts in de vorm van sonore, kwetterende strofen die ritmisch herhaald worden.