Kenmerken & Beschrijving
De Groenvleugeltaling, naar de Latijnse naam Anas crecca, is de kleinste van alle eenden. Hij meet slechts 38 cm met een spanwijdte van 59 cm en is het meest herkenbaar aan het mannetje met zijn roodbruine kop en de groene zijkanten van zijn ogen. De grens tussen deze twee gekleurde gebieden wordt gemarkeerd door een emailgele kleur.
De stuit onder de staart is lichtgeel met zwarte randen, die zelfs van grote afstand zichtbaar zijn.
Het vrouwtje is bruin gevlekt met een kleine groene spiegel, vleugelband zichtbaar in de vlucht.
Habitat (Biotoop)
De Groenvleugeltaling komt in zeer grote aantallen voor in moerassige gebieden, vijvers en de randen van wadden op het meer.
Hij houdt van eutrofe vijvers in de buurt van beboste gebieden.
Gedrag & gewoonten
De Groenvleugeltaling is een zeer sociale eend die in grote groepen leeft. Ze zijn zowel overdag als ’s nachts erg actief en je kunt ze de hele dag zien spetteren langs de waterkant op zoek naar voedsel, terwijl ze fluitende geluidjes maken.
Bij vorst of sneeuw heeft deze eend de neiging om het gebied te verlaten en verder naar het zuiden te trekken op zoek naar iets te eten.
Voortplanting en onvolwassen
De Groenvleugeltaling bouwt zijn nest op de grond in grasgebieden.
Er worden tussen de 8 en 11 eieren gelegd, die 30 dagen worden bebroed.
De eendjes verlaten het nest zodra ze geboren zijn en voegen zich bij hun ouders op het water.
Roep of Stem
De luidruchtige Groenvleugeltaling stoot een heldere, rinkelende fluit uit die “krrik” wordt genoemd. Vrouwtjes hebben een hees, schor gekakel, eerst hoog, dan lager “peeht-pèt-pèt”.