Kenmerken & Beschrijving
De fuut, met als Latijnse naam “Tachybaptus ruficollis”, is een kleine watervogel van ongeveer 30 cm.
Hij duikt vaak en in paringskleed is hij kastanjekleurig in de nek, zwart op de rug en heeft hij een zwarte kap op de bovenkant van de kop.
Een gele vlek op de hoek van de snavel is alleen zichtbaar tijdens het broedseizoen.
In de winter verandert zijn kleur in bruin buff, zwart op de rug en kop en de vlek op de snavel verdwijnt.
Habitat (Biotoop)
De geoorde fuut is een bewoner van vijvers en poelen met een dichte vegetatie, tussen waterlelies en soms riet.
Hij houdt ook van zeer ondiepe wetlands waar hij kan nestelen.
Gedrag & gewoonten
De fuut is een zeer schuwe vogel, die bij de geringste waarschuwing wegduikt en niet gemakkelijk wordt waargenomen.
Tijdens de paartijd is hij erg luidruchtig en kan hij op honderden meters afstand gehoord worden.
Hij aarzelt niet om potentiële concurrenten of aanbidders te achtervolgen en voert ware cavalcades uit over de vijvers.
Voortplanting en onvolwassen
De fuut bouwt zijn nest in de vorm van een vlot van twijgen en riet.
Het vrouwtje legt tussen de 5 en 6 eieren, die na ongeveer 25 dagen uitkomen.
Jonge futen zijn nidifuges en verlaten het nest zodra ze geboren zijn. Ze voegen zich bij hun ouders in het water en schuilen soms op hun rug tussen hun vleugels.
Ze kunnen pas over een maand vliegen.
Roep of Stem
De Dodaars heeft een gevarieerde, hoge roep: “bii-iip” en “bit-bit-bit”, die kan versnellen tot een hoge, hinnikende triller, vaak verlengd met een refrein van “bibibibibibibibi…”, een beetje zoals de roep van het vrouwtje van de Grauwe Koekoek.
In de winter is hij stil.